Plenaire opening
In december 2020 presenteerde de Europese Commissie de Strategie Duurzame en Slimme Mobiliteit. Deze bestaat uit voorstellen die verder moeten worden uitgewerkt, zoals over aanscherping van de CO2-normen voor personenauto’s en vrachtwagens, hernieuwbare en duurzame brandstoffen en een goede tank- en laadinfrastructuur. Stientje van Veldhoven, staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, licht in een videobijdrage toe blij te zijn met de richting van de Strategie. Wel is zij van mening dat de ambities hoger zouden mogen en dat het teleurstellend is dat er geen einddatum voor de verkoop van nieuwe fossiele brandstofmotoren is vastgesteld.
Moderator Mariëtte van Empel, directeur van Programmadirectie Duurzame Mobiliteit van IenW, vult aan dat het doel van deze webinar is om de deelnemers te informeren over de mogelijke risico’s en kansen die de voorstellen in de Strategie met zich meebrengen. Vervolgens is Van Empel ingegaan op vragen die in de chat werden gesteld. Zo heeft zij het belang van de Europese CO2-normen van voertuigen en de Renewable Energy Directive (RED II) toegelicht en werd de Europese Alternative Fuels Infrastructure Directive (AFID) in verband gebracht met het belang van tank- en laadinfrastructuur, ook voor zero-emissie stadslogistiek. Tot aan 2050 moet nog veel gebeuren om de CO2-uitstoot van mobiliteit fors terug te dringen. Tot slot werd duidelijk dat reacties vanuit stakeholders het best vóór 1 mei kunnen worden aangereikt bij IenW, de Europese Commissie of via de Brandstoffentafel en/of het FET.
Breakout-sessies
(1) Verduurzaming voertuigen
Nanja Piek (IenW) en Han ten Broeke (BOVAG) zijn het erover eens: Europese regelgeving kan de Nederlandse mobiliteitstransitie een flinke steun in de rug geven, door verduurzaming te stimuleren, met behoud van gelijk speelveld op de Europese markt. Daarom omarmen IenW en BOVAG het voorstel van de Europese Commissie voor aanscherping van CO2-normen voor voertuigen. Het is echter van belang dat Europees beleid streng genoeg is om de hoeveelheid aanvullend nationaal beleid te beperken. Er moet een evenwicht zijn tussen de ambitie, haalbaarheid en betaalbaarheid. ‘Zoek naar de maatregelen waarmee je voor versnelling kan zorgen en het mes aan twee kanten snijdt, bijvoorbeeld linken met het aanpakken van fijnstof,’ zo benadrukt Ten Broeke. Momenteel is het nog de vraag of de huidige normen genoeg zullen zijn, nationaal beleid kan hierin bijdragen, maar zorgvuldigheid is hierin zeer belangrijk, het kan namelijk ook de markt verstoren en tot onduidelijkheid zorgen. Ook is het van belang dat ondernemers weten waar ze aan toe zijn zodat ze hun investeringen daarop kunnen aanpassen. Goed om in te spelen op de kansen en risico´s omtrent data en laadinfrastructuur. Van belang dat ontwikkelingen hierop meegroeien met het naleven van de duurzame ambities
Quotes BOVAG:
- Maar kijk ook naar de timing, wees niet te laat met de regelingen.
Uitfaseren diesel en bezine is onontkoombaar. Markt loopt hard, overheid geef hen de ruimte door o.a. voor helderheid in de maatregelen te zorgen.
- We moeten alles hebben om aan de energievraag te kunnen voldoen, wed niet enkel op batterijen ook bijvoorbeeld waterstof.
(2) Brandstofbeleid
Hernieuwbare brandstoffen zijn tot zeker 2050 nog nodig, zo stellen Alexia Michel (IenW) en Colette Alma (voorzitter Brandstoffentafel) vast in de tweede break-outsessie. We moeten inzetten op duurzame biobrandstoffen en hernieuwbare synthetische brandstoffen. Met het oog op de RED II is Nederland koploper. Europa zal een tandje bij moeten zetten om weglekeffecten te voorkomen. De brandstoffentafel gaat kijken hoe er met de randvoorwaarden een verdere ophoging van de jaarverplichting mogelijk gemaakt kan worden. Naast de RED is ook de herziening van de AFID belangrijk voor verdere investeringen in brandstoffen. IenW gaat onderzoeken of en hoe hernieuwbare brandstoffen verder financieel ondersteund kunnen worden. Duidelijk moet worden of dit mogelijk is naast de huidige prikkels zoals de jaarverplichting.
(3) Emissiehandelssysteem (ETS)
Aanpassing van het ETS is een belangrijk onderdeel van de plannen uit EU om tot 55% CO2-redcuctie in Europa te komen. Op verzoek van Kees Hansma (IenW) licht Niels Redeker (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat) toe hoe het huidige ETS-systeem werkt en wat de gevolgen zouden kunnen zijn als het wordt uitgebreid naar mobiliteit. Uitbreiding van het ETS naar mobiliteit lijkt voor Nederland niet veel te doen. “Nederland kent al een hoge (indirecte) CO2-prijs voor brandstoffen.” Een ETS-prijs voegt dan niet veel toe. In andere landen zou het wel effect kunnen hebben. ETS is onderdeel van een brede beleidsmix. Het ligt heel erg aan de mix van maatregelen of uitbreiding van het ETS nuttig is. “We zien grote risico’s als het ten kosten gaat van bestaand instrumentarium zoals CO2-normen.” De precieze plannen van de EC zijn nog lang niet duidelijk. We weten bijvoorbeeld nog niet wie er met de rechten gaat handelen. “We streven er naar dat het recht om te handelen niet bij de eindgebruiker komt te liggen.” “Wat interessant is om te bedenken, is dat elektrische auto’s nu eigenlijk al onder het ETS vallen.” Het ligt meer voor de hand om brandstofleveranciers gelijk te behandelen als elektriciteitsleveranciers. Uitbreiding van het ETS is spannend. Het heeft lang geduurd om het systeem werkend te krijgen. De vraag is nu of uitbreiding van het ETS ook daadwerkelijk in die sectoren CO2 zou reduceren, terwijl je die tijd hard nodig hebt om de klimaatdoelen te realiseren. “Het kan zijn dat wordt begonnen met het aanpakken van appartementen in Bulgarije en dat te laat wordt begonnen met andere segmenten van de markt.” Het lijkt er op dat de zeevaartsector onder het nieuwe ETS komt te vallen. Het is nog niet precies duidelijk wat de EC precies wil met deze sector, maar dat volgen we op de voet. Waarom dit interessant kan zijn, is omdat er in de zeevaartsector nog geen impliciete CO2-prijs is, zoals bij wegtransport wel het geval is.
Plenaire afsluiting
In de afsluiting ging Mariette van Empel in gesprek met Daniel Mes (Europese Commissie, kabinet Frans Timmermans). Daniel gaf aan dat hij Nederland voor Europa als een gidsland beschouwt. Hij noemde de ‘green lanes’ als voorbeeld. Als drie belangrijkste aandachtspunten voor de EU-strategie noemen hij: mentaliteit, prioriteit en rechtvaardigheid. Hij gaf aan dat in het economisch herstel na corona een impuls in duurzame mobiliteit van groot belang is. Burgers willen immers nog altijd dat klimaatopwarming wordt aangepakt. Wel moeten we zorgen dat alle mensen mee kunnen komen.
Ook in deze sessie stonden vervolgens de vragen vanuit deelnemers centraal. Er is gesproken over hoe meer mensen de overstap naar elektrische auto’s kunnen maken en hoe subsidies daar aan kunnen bijdragen, hoe weglekeffecten kunnen worden voorkomen en hoe landen als Roemenië en Bulgarije ook in de transitie meegenomen kunnen worden. Toezicht op fraude is belangrijk, dat ziet ook de Commissie in. Over een eventuele uitbreiding van het ETS naar mobiliteit is volgens Daniel Mes het laatste woord nog niet gezegd. Het is hierbij essentieel dat het meer is dan extra betalen aan de pomp; mensen moeten vooral reële alternatieven aangereikt krijgen. In het kabinet van Timmermans is aandacht voor de ambities van Scania voor elektrische trucks en voor Europese financieringsinstrumenten om deze te stimuleren. Het koppelen van de energietransitie en energienetwerken aan de transitie naar zero-emissie mobiliteit werd ook belangrijk genoemd. Daniel Mes noemde de aanpak van minister Van Nieuwenhuizen om binnenvaartschippers te helpen verduurzamen heel inspirerend. Daar kijkt de Commissie goed naar. Verduurzaming van stedelijke mobiliteit is een opgave waar behalve gemeenten ook de Europese Commissie zich voor in wil zetten. De Europese ambitie om het aantal fietspaden te verdubbelen past hier goed bij.
Mariëtte sluit het webinar door iedereen te bedanken voor de aandacht en nogmaals op te roepen de kansen en risico’s die het Nederlandse bedrijfsleven ziet naar aanleiding van het verschijnen van de Strategie te delen met IenW en de Europese Commissie, om zo tot het best mogelijke beleid te komen.